"Samenwoners staan er niet bij stil"

09-08-2023

Er is wel degelijk een verschil tussen wettelijk samenwonen en trouwen: “Samenwoners staan er niet bij stil”

Welke rechten hebben wettelijk samenwonenden tegenover getrouwde koppels? Veel mensen denken dat beide statuten gelijk zijn, maar dat is niet zo. “Samenwoners staan er niet bij stil”, klinkt het.

“Ik merk dat er nog altijd verwarring bestaat rond het statuut van wettelijk samenwonen”, zegt woordvoerder Bart van Opstal van Notaris.be. “Veel mensen die al jaren samenwonen, denken dat ze automatisch op dezelfde manier beschermd zijn en dezelfde rechten hebben als gehuwden. Dat is niet zo. Het huwelijk blijft de gemakkelijkste manier om na een overlijden de langstlevende partner het beste te beschermen. Samenwoners kunnen dat ook regelen, maar ze moeten dat wel op eigen initiatief doen via een testament. Meestal staan ze daar niet bij stil als ze jong zijn, of ze vergeten ze het. En dus gebeurt het dat we soms nog een testament moeten opmaken terwijl iemand op zijn sterfbed ligt. We doen dat om de mensen te helpen, maar eigenlijk is dat niet de juiste manier.”

Wat is het verschil tussen feitelijk samenwonen, wettelijk samenwonen en huwen?

Feitelijk samenwonen is niet wettelijk geregeld. Partners wonen op hetzelfde adres, maar halen daar geen rechten uit. Ze moeten ook geen formaliteiten invullen. Er bestaan in ons land veel feitelijk samenwonenden, denk maar aan studenten die samen in één huis wonen zonder dat ze een relatie hebben.

Wettelijk samenwonen vereist een verklaring aan de ambtenaar van de burgerlijke stand. Het kan alleen als geen van beide partners op dat moment gehuwd is.

Een huwelijk moet dan weer voltrokken worden voor de ambtenaar van de burgerlijke stand (het zogenaamde ‘wettelijk huwelijk’). 

Is er een verschil in het erfrecht tussen gehuwden en samenwonenden?

Ja. Gehuwden hebben de meest uitgebreide erfrechten. Als er kinderen zijn, erft de langstlevende partner het vruchtgebruik van de volledige nalatenschap, zoals woning(en), spaarrekeningen, voertuigen, inboedel, kortom alles. Zonder kinderen erft hij of zij dit allemaal zelfs in volle eigendom.

Een wettelijk samenwonende heeft een beperkt erfrecht: hij of zij geniet enkel het vruchtgebruik van de gezinswoning met inboedel. Willen samenwonenden elkaar meer nalaten, dan moeten ze dat regelen via een testament of schenking. Anderzijds kunnen ze elkaars erfrecht ook beperken of volledig ontnemen via een testament.

Feitelijk samenwonenden hebben geen wettelijk erfrecht. Als ze iets aan elkaar willen overlaten bij overlijden, moeten ze dat zelf regelen via een schenking of testament. Feitelijk samenwonenden kunnen via een ‘beding van aanwas’ een gezinswoning die ze samen aankopen aan elkaar nalaten. Die speciale clausule moet dan wel door een notaris worden vastgelegd. Zonder dit beding van aanwas zouden wettelijke erfgenamen van de overledene - kinderen, ouders, broers of zussen - hun erfdeel van de woning kunnen opeisen.

Is er een verschil in de erfbelasting voor samenwonenden en gehuwden?

Sinds 2001 betalen gehuwden en wettelijk samenwonenden evenveel erfbelastingen, in de volksmond gekend als successierechten. Hierbij gelden de volgende tarieven: 3 procent voor bedragen tot 50.000 euro, 9 procent voor bedragen tussen 50.000 en 250.000 euro, en 27 procent voor bedragen boven 250.000 euro. Vanaf 1 september 2018 geldt een vrijstelling voor roerende goederen (spaargeld, aandelen, obligaties, antiek,...) voor een bedrag tot 50.000 euro. Opgelet: de waarde van een woning zit in het totaalbedrag vervat, vaak belandt de begunstigde hierdoor in de hoogste categorie van 27 procent.

Bovenstaande regelgeving geldt ook voor feitelijk samenwonenden die minstens één jaar ononderbroken samenwonen. Is dat nog niet het geval, dan moeten feitelijk samenwonenden de volgende tarieven voor de erfbelasting betalen: 25 procent voor bedragen tot 35.000 euro, 45 procent voor bedragen tussen 35.000 en 75.000 euro, en 55 procent voor bedragen boven 75.000 euro. Deze tarieven gelden overigens ook voor erfgenamen in tweede lijn (ouders, broers, zussen) of hoger.

Wat is een overlevingspensioen? En wat is het verschil met een overgangsuitkering?

Hier zit een groot verschil tussen de verschillende statuten. Beide uitkeringen zijn namelijk uitsluitend voorbehouden voor gehuwde partners, ze gelden niet voor samenwonenden. Om in aanmerking te komen voor een overlevingspensioen moet de langstlevende huwelijkspartner vandaag minstens 49 jaar oud zijn. Tegen 2025 zal die minimumleeftijd opgetrokken worden naar 50 jaar. De langstlevende ontvangt het overlevingspensioen tot aan zijn of haar eigen dood.

Huwelijkspartners die jonger zijn dan de minimumleeftijd krijgen geen overlevingspensioen, maar hebben recht op een overgangsuitkering. De begunstigde moet dit wel zelf aanvragen. Deze uitkering wordt berekend op verschillende parameters - zoals de leeftijd van de begunstigde of minderjarige kinderen ten laste - en is beperkt in tijd. Bedoeling hiervan is dat overlevende partner even wat tijd en financiële ademruimte krijgt om zijn of haar leven weer op de rails te krijgen.

Hebben samenwonenden en huwelijkspartners verplichtingen tegenover elkaar?

Feitelijk samenwonenden hebben geen verplichtingen tegenover elkaar. Ze kunnen onderling wel afspraken maken en die onderhands of via een notaris laten vastleggen in een samenlevingscontract. Ook wettelijk samenwonenden hebben geen verplichtingen tegenover elkaar, behalve dat ze bijdragen in de kosten van het samenwonen. Als wettelijk samenwonenden een samenlevingscontract willen opstellen, moet dat wel bij de notaris gebeuren. Huwelijkspartners hebben hulpplicht: ze moeten voor elkaar zorgen. Zelfs na een echtscheiding, wat dan uitmondt in een eventuele alimentatie.

Bron: Roel Damiaans Nieuwsblad

Meer info: www.notaris.be